Ben jij een echte plantenliefhebber? Dan wil je er natuurlijk zo goed mogelijk voor zorgen, en doe je er alles aan om je planten tevreden te houden. Maar hoe goed je ze ook verzorgt, af en toe kunnen er ongewenste bezoekers optreden. Wij leggen uit hoe je witte beestjes op je planten kan bestrijden.
Om te voorkomen dat je planten onderdoor gaan aan een plaag, kan je enkele preventieve maatregelen nemen. We raden aan om je planten ongeveer vier keer per jaar te controleren op beestjes. Zo heb je een eventuele uitbraak snel onder controle. Check de bladeren (boven- én onderkant) grondig. In de zomer zijn de beestjes actiever dan in de winter, dus wees ‘s zomers extra op je hoede!
Heb je toch witte beestjes op je planten gespot? Dan is het belangrijk om allereerst uit te maken om welke beestjes het gaat. Er zijn namelijk verschillende ongewenste bezoekers die durven opduiken in je planten. Eens je weet met wat voor beestjes je te maken hebt, kan je de juiste bestrijdingsmethode kiezen.
Bladluizen zijn maximaal 1,5 mm groot. Ze bestaan in het wit, maar ook in tal van andere kleuren (groen, roze, geel…). Ze houden huis op de onderkant van bladeren, op jonge stengels en in knoppen. Je herkent ze voornamelijk aan hun afscheiding: een plakkerig suikerlaagje, genaamd honingdauw.
Zie je grijze of bruine “dopjes” op je plant? Dan zou die wel eens last kunnen hebben van dopluizen, makkelijk te herkennen aan hun bolle schild. Ze zijn 4 mm groot en bevinden zich vooral op bladeren en op wortels. Ook de dopluis scheidt veel honingdauw af.
Wolluizen zien er wit en pluizig uit, aangezien ze een wollig goedje afscheiden. Ze zijn 3 tot 6 mm en zitten vooral in de oksels en stengels van je planten. Larven van de wolluis vind je vaak op de onderkant van bladeren.
Tripsen zijn maximaal 1 mm groot en zijn lichtbruin, geel of zwart. Ze zitten meestal op de bovenkant van het blad. De larven zijn doorgaans wit van kleur en leven in groepjes aan de onderkant van het blad.
Witte vliegen zijn, zoals hun naam al verklapt, kleine witte vliegjes van maximaal 1 mm. Ze bevinden zich aan de onderkant van de bladeren, waar ze zich voeden met plantsappen. Vaak richten ze zich op jonge bladeren.
Spintmijten herken je aan het fijn spinsel dat ze achterlaten. Je bladeren krijgen door spintmijt bruine puntjes, worden helemaal bruin en vallen uiteindelijk af.
Best is om eerst aan de slag te gaan met biologische bestrijdingsmethodes. Je kan bijvoorbeeld aaltjes of sprays inzetten. Zie je daarvan geen effect? Dan kan je overgaan naar chemische bestrijding. Vraag in elk geval eerst advies aan een vakman. VBK Afrasteringen geeft je graag advies over witte beestjes op je planten of andere plantenziektes. Kom gerust langs of neem contact op!